Het interview met topsporters Harrie Lavreysen en Ireen Wüst in het AD bracht een belangrijk onderwerp naar voren: de taboesfeer rondom psychologische hulp. Lavreysen vertelde openhartig hoe hij vroeger bang was dat iemand hem bij de psycholoog zou zien. Dit raakt een gevoelige snaar, want hoewel het aantal aanvragen voor psychologische hulp in 2023 met maar liefst 225 procent is gestegen vergeleken met een jaar eerder, heerst er nog steeds een hardnekkig stigma rondom geestelijke gezondheidszorg.
Waarom is psychologische hulp nog steeds een taboe?
Psychologische hulp roept bij veel mensen gevoelens van schaamte en zwakte op. Dit komt voort uit verschillende maatschappelijke en culturele invloeden. Er is nog altijd een hardnekkig idee dat je psychologische hulp alleen nodig hebt als je ‘gek’ bent of een ernstige stoornis hebt. Mensen willen niet geassocieerd worden met zwakte of falen, vooral in een samenleving waarin prestaties en perfectie zo centraal staan.
Voor topsporters zoals Lavreysen en Wüst komt daar nog een extra laag bij. De sportwereld draait om kracht, discipline en het overwinnen van obstakels. Hulp vragen kan dan voelen als een gebrek aan doorzettingsvermogen of mentale weerbaarheid, eigenschappen die juist worden gezien als essentieel voor succes. Lavreysens zijn angst om herkend te worden bij een psycholoog laat zien hoe groot die druk is, zelfs voor iemand die aan de absolute top van zijn sport staat.
De groeiende behoefte aan psychologische hulp
Het contrast met de stijging van 225 procent in aanvragen voor psychologische hulp is schrijnend. Deze cijfers laten zien dat steeds meer mensen erkennen dat ze hulp nodig hebben. De coronapandemie heeft een belangrijke rol gespeeld in deze toename. Sociale isolatie, onzekerheid en het verlies van routines hebben de mentale gezondheid van veel mensen aangetast. Daarnaast is er meer aandacht gekomen voor het belang van geestelijke gezondheid, zowel in de media als in persoonlijke gesprekken.
Toch is de groei in hulpvragen niet hetzelfde als het verdwijnen van het taboe. Veel mensen wachten nog steeds te lang met het zoeken van hulp. Ze proberen hun problemen zelf op te lossen of vermijden het onderwerp helemaal uit angst voor veroordeling. Dit leidt vaak tot een verergering van klachten, zoals burn-out, depressie of angststoornissen.
Hoe doorbreken we het taboe?
Het is belangrijk om het stigma rondom psychologische hulp te doorbreken. Dit begint bij openheid. Het voorbeeld van Lavreysen en Wüst, die hun ervaringen delen, is een belangrijke stap. Als bekende personen laten zien dat het normaal is om hulp te zoeken, kunnen zij anderen inspireren om hetzelfde te doen.
Daarnaast is educatie belangrijk. Mensen moeten begrijpen dat mentale gezondheid net zo belangrijk is als fysieke gezondheid. Niemand kijkt vreemd op als je naar de huisarts gaat voor een lichamelijke klacht. Waarom zou psychologische hulp dan anders zijn? Het idee dat hulp zoeken een teken van kracht is, niet van zwakte, moet meer benadrukt worden.
Tot slot spelen werkgevers, scholen en sportverenigingen een belangrijke rol. Zij kunnen een veilige omgeving creëren waarin het normaal is om over mentale gezondheid te praten. Denk aan workshops, coaching of anonieme hulplijnen. Als het bespreekbaar maken van problemen de norm wordt, kunnen we het stigma steeds verder verkleinen.
Waarom nu actie ondernemen?
De stijging van hulpvragen toont aan dat de behoefte groot is, maar ook dat er nog een lange weg te gaan is. Psychologische problemen hebben niet alleen een grote impact op individuen, maar ook op hun omgeving. Door het taboe te doorbreken en hulp toegankelijker te maken, kunnen we een samenleving creëren waarin iedereen de ondersteuning krijgt die hij of zij nodig heeft. Het is tijd om het taboe te doorbreken en psychologische hulp de plek te geven die het verdient.
Geef een reactie